INSCHRIJVEN
INSCHRIJVEN

Pedagogisch Beleidsplan


Flow kinderopvang is een begrip op het gebied van kwalitatief hoogstaande kinderopvang. Flow biedt een veilige plek waar kinderen volop uitdaging vinden en alle mogelijkheden krijgen om te groeien. Bij ons mogen alle kinderen en medewerkers hun talenten op speelse wijze ontwikkelen zodat zij gezond en met plezier uitgroeien naar betrokken burgers met meer kansen op geluk in onze maatschappij. Wij doen er alles aan om onze dienstverlening op het hoogste niveau te houden. Het aanbieden van hoogwaardige pedagogische kwaliteit is hierbij erg belangrijk.

Inhoud: 
1. Inleiding
2. Pedagogische visie
3. Pedagogische doelen
4. Kwaliteit
4.1 Partner in opvoeding
4.2 Stabiliteit op de groepen
4.3 Veiligheid
4.4 Vierogenprincipe
5. Onze medewerkers
5.1 Stagiaires en medewerkers in opleiding (BBL)
5.2 Pedagogisch coach en (VVE) beleidsmedewerker
6. Extra ondersteuning
6.1 Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE)
6.2 Doorgaande leerlijn
6.3 Meldcode kindermishandeling

1. Inleiding
Flow kinderopvang bestaat sinds 1987 en is gestart als Kinder Opvang Kerkrade. We zijn een maatschappelijke organisatie die kinderopvang aanbiedt aan kinderen van 0 tot 13 jaar, in de gemeentes Kerkrade, Landgraaf, Brunssum, Heerlen en Beekdaelen.

Dit pedagogisch beleid beschrijft hoe wij pedagogische kwaliteit vormgeven aan de hand van onze visie en is tevens de basis voor de manier waarop we werken op de locaties. De vertaling van ons beleid naar de dagelijkse praktijk kunt u dan ook lezen in de locatie specifieke pedagogisch werkplannen. Specifieke eigenschappen van de locaties en speerpunten zijn daarin uitvoerig beschreven zoals de groepsindeling en inrichting. Ook worden de strategische doelstellingen verder uitgewerkt in de werkplannen per locatie. Deze werkwijze wordt door het hele team uitgevoerd en jaarlijks geëvalueerd.

Pedagogische kwaliteit vraagt om voortdurende bijstellingen en verfijningen. Opvoedkundige inzichten veranderen, net als de behoeften van kinderen, ouders en verzorgers. Flow zal dan ook kritisch blijven kijken naar de werkwijze van haar medewerkers en de vraag van ouders en kinderen, zodat het aanbod hierop kan worden afgestemd al dan niet in samenwerking met partners. Onze medewerkers kunnen op locatie het kwaliteitshandboek raadplegen. Hierin hebben we alle onderwerpen uit het pedagogische beleid concreet uitgewerkt in relevante kwaliteitsprotocollen en -beleidsstukken. Ook voor ouders zijn deze beleidsstukken ter inzage en de meest belangrijke onderwerpen zijn na te lezen via het ouderportaal. Om de kwaliteit van Flow en haar pedagogisch beleid en handelen te borgen vinden reguliere audits, tevredenheidonderzoeken en overleg met oudercommissies plaats.

2. Pedagogische visie
Onze visie “Een veilige plek bieden waar je samen kunt ontdekken en ontwikkelen en zo, in samenwerking met partners, kansrijkheid creëren” vormt de basis voor ons dagelijks handelen.

Wij leveren hier een bijdrage aan door samen te kiezen voor datgene dat een toevoeging is aan de kwaliteit van onze opvang, met als doel kinderen datgene te bieden waar behoefte aan is om verder te kunnen groeien en te ontwikkelen en ook medewerkers ruimte te geven zich verder te ontplooien. Een ieder komt op zijn of haar passende plek terecht.

Onze medewerkers staan elke dag met hart en ziel klaar voor ouders en kinderen. Ze signaleren
en ondersteunen. En vanuit aandacht en toewijding creëren zij een veilige, vertrouwde en kansrijke plek voor elk kind. Daarmee worden ook voor ouders kansen gecreëerd om zich te ontplooien met betrekking tot hun studie of baan.

Onze stevige basis draagt bij aan het zelfvertrouwen van een kind, wat een bouwsteen is voor de toekomst van een kind. Zelfvertrouwen draagt immers bij aan een positieve Flow. We zijn trots dat wij daar ons steentje aan mogen bijdragen. In onze regio is niet iedereen even kansrijk, maar door onze ondersteuning, in samenwerking met belangrijke partners, vergroten we wel de kansen voor een ieder. Een rijke ontwikkelomgeving bevordert immers het perspectief op kansrijkheid.

Samen staan we sterk. Daarom investeren we in de samenwerking met partners. Partners in de wijken, maar ook onderwijs, jeugdgezondheidszorg, concullega’s, gemeenten en zorg. Samen bouwen we aan een stevige en kansrijke basis, in een vertrouwde omgeving, dichtbij huis.

We zijn ambitieus en gaan voor kwaliteit. We creëren kansen, maar grijpen ze ook graag. Alles
wat we doen, doen we voor de kinderen die op ons rekenen, voor ouders die hun dierbaren aan ons toevertrouwen en daarbij houden we oog voor onze eigen medewerkers. Ook zij verdienen immers een fijne, vertrouwde werkomgeving, waar ze kansen krijgen en er voldoende ruimte is voor ontwikkeling, want alleen zo zijn zij optimaal in staat onze kinderen te begeleiden in hun ontwikkeling.

Om stabiliteit aan kinderen te kunnen bieden, hebben we ook stabiele, vitale medewerkers
nodig. Met voldoende zorg en aandacht, zijn zij nog beter in staat dit weer door te geven aan de kinderen. Onze pedagogisch medewerkers zijn de sleutel in de uitvoering van het pedagogisch beleid. Hun inzicht en begrip voor de kinderen en de manier waarop zij met de kinderen omgaan, bepaalt de kwaliteit van onze organisatie.

3. Pedagogische doelen
Kinderopvang moet bijdragen aan een goede ontwikkeling van het kind in een veilige en gezonde omgeving. De kwaliteit kan omschreven worden als datgene dat de opvang verantwoord maakt en hoge kwaliteit zorgt ervoor dat kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen.

De 4 pedagogische doelen uit de wet Kinderopvang stellen wij dan ook centraal:
• Het bieden van emotionele veiligheid
• Kinderen uitdagen in hun persoonlijke ontwikkeling
• Kinderen begeleiden in hun sociale ontwikkeling
• Kinderen laten kennismaken met de normen en waarden van onze samenleving.

De kracht van deze doelen zit in de manier waarop pedagogisch medewerkers het aanbod vormgeven. Vanuit onze ontwikkelings- en procesgerichte aanpak ‘Leuven’ waarbij het welbevinden, de betrokkenheid en de behoeften van kinderen voorop staan, zorgen we dat kinderen een goede basis hebben en dat zij lekker in hun vel zitten (flow) waardoor zij in staat zijn om te leren en zich te ontwikkelen. Dit doen we vanuit de ervaringsgerichte benadering
van welbevinden en betrokkenheid: we kijken naar hoe een kind zich voelt (welbevinden) en hoe geboeid het bezig is (betrokkenheid).

Emotionele veiligheid
We vinden het belangrijk dat kinderen zich bij ons prettig en op hun gemak voelen. Dat noemen we het ‘welbevinden’ van een kind. Een hoog welbevinden, je goed voelen, heeft een grote invloed op je ontwikkeling als persoon. Het betekent dat een kind, met hulp van de omgeving, zo met de wereld kan omgaan dat een hoop basisbehoeftes worden bevredigd. Hiermee wordt de basis gelegd voor een goed zelfbeeld.

Een kind dat zich veilig en geborgen voelt, heeft ruimte om verder te kijken naar de wereld om zich heen. Vanuit deze emotionele veiligheid gaat een kind de uitdaging aan om te experimenteren, nieuwe ervaringen op te doen en zich spelenderwijs te ontwikkelen. Het bieden van emotionele veiligheid aan kinderen is dan ook de belangrijkste pedagogische doelstelling. Daarom begeleiden we hen bijvoorbeeld in het leren herkennen van het ritme van de dag, in het leren kennen van andere kinderen, in het samen spelen en samenleven in de groep. Het kind begrijpen is daarbij erg belangrijk. Niet alleen gesproken taal, maar ook klanken en gebaren helpen elkaar te begrijpen. Dit alles is de basis van interactie. Door op deze signalen te reageren, ontstaat er contact en communicatie. Hoe beter het contact (de interactie), hoe prettiger een kind zich voelt en hoe meer het zich ontwikkelt.

Persoonlijke ontwikkeling
Kinderen worden spelenderwijs uitgedaagd in de ontwikkeling van hun motorische vaardigheden, cognitieve vaardigheden, taalvaardigheden en creatieve vaardigheden. De inrichting van onze locaties wordt afgestemd op de ontwikkelingsfases van de kinderen. Zo krijgen baby’s bijvoorbeeld de mogelijkheid lekker te bewegen op een grote mat en zijn er voor peuters verschillende speelhoeken die hun fantasie prikkelen, zoals de huishoek of bouwhoek. Voor de BSO creëren we weer andere hoeken, zoals een chillplek en een knutselhoek. In alles wat we doen, hebben we oog en respect voor de eigenheid en autonomie van de kinderen. Ze mogen zichzelf zijn en bepalen zelf de inhoud en tempo van hun spel. We sluiten aan bij wat het kind al kan en helpen hem bij wat hij nog lastig vindt. Er is aandacht voor hun ontwikkelingsniveau en de mate van zelfredzaamheid. Door ze te begeleiden, geven we kinderen zelfvertrouwen en proberen ze het een volgende keer opnieuw en misschien zelfstandig.

Sociale ontwikkeling
Kinderen leren in de opvang vrienden maken, hoe jong ze ook zijn. Op jonge leeftijd zien we al hechte vriendschappen ontstaan. We begeleiden kinderen tijdens hun interacties en helpen ze zo bij de ontwikkeling van hun sociale vaardigheden. Ook die heb je nodig om uit te kunnen groeien tot een gelukkig, zelfverzekerd mens. Bij ons doen ze deze vaardigheden op doordat ze veel leeftijdsgenootjes om zich heen hebben en de pedagogisch medewerkers het contact tussen de kinderen onderling stimuleren. We kijken hierbij naar hoe het contact tussen de kinderen verloopt. Als het nodig is, begeleiden we kinderen in bepaalde situaties, zodat ze leren voor zichzelf op te komen of leert luisteren als een ander kind een grens aangeeft.

We vinden het belangrijk dat kinderen zelf keuzes kunnen maken en hun wensen durven aan te geven in de groep. Voorbeelden hiervan zijn open kasten zodat kinderen kunnen kiezen waar ze mee willen spelen en de kinderwethouders die namens hun BSO-locatie een aantal keer per jaar vergadert met de directie.

Normen en waarden
Van jongs af aan krijgen kinderen de kans om zich de cultuur, normen en waarden van onze samenleving eigen te maken. De kinderopvang is hiervoor een goede omgeving om te oefenen. We leren kinderen dat niet iedereen hetzelfde is en om op een respectvolle manier met elkaar om te gaan. Dit doen we vooral door zelf het goede voorbeeld te geven. Daarnaast belonen we kinderen als het gewenst gedrag laat zien en corrigeren we bij ongewenst gedrag. Hierdoor leert het kind grenzen kennen.
Wat voor de kinderen geldt, geldt ook voor ons als volwassenen. Iedereen is anders, bijvoorbeeld door zijn eigen opvoeding en ervaringen. Zo heeft elke ouder ook een eigen kijk op opvoeden en een eigen opvoedstijl. Dit respecteren en bespreken we graag met ouders. Daarbij blijven we bewust van onze verantwoordelijkheid als kinderopvangorganisatie en is ons pedagogisch beleid het uitgangspunt.

4. Kwaliteit
Kwaliteit is de belangrijkste basis bij Flow kinderopvang. Kwalitatieve opvang bevordert
de ontwikkeling van jonge kinderen waarbij de effecten het sterkst zijn voor kinderen uit kwetsbare gezinnen. Maar pedagogische kwaliteit vraagt ook om voortdurende bijstellingen en verfijningen. Opvoedkundige inzichten veranderen, net als de behoeften van kinderen en ouders. Wij blijven dan ook kritisch kijken naar de werkwijze van onze medewerkers en de vraag van ouders en kinderen, zodat het aanbod hierop kan worden afgestemd al dan niet in samenwerking met partners.

4.1 Partner in opvoeding
Een goed contact met ouders is de basis voor het welzijn van het kind. Samen met ouders/verzorgers delen pedagogisch medewerkers de opvoedingsverantwoordelijkheid.
Dit gebeurt op basis van gelijkwaardigheid, respect en vertrouwen. We blijven ons ervan bewust dat ouders hoofdverantwoordelijk zijn voor de opvoeding van hun kind. Voordat een kind start wordt een intakegesprek gehouden met de ouders en de belangrijkste informatie uitgewisseld. Er wordt extra aandacht besteed aan het wennen van een kind, zodat het kind en de ouders zich snel thuis voelen. Hoe we dit doen vertellen we tijdens het intakegesprek. Dit kunnen ouders ook nalezen in ons wenbeleid. We houden ouders goed geïnformeerd over hoe het met hun kind gaat en onze werkwijze. Naast de oudergesprekken werken we bijvoorbeeld met een ouderportaal, nieuwbrieven en vindt er een persoonlijke overdracht plaats wanneer het kind gebracht wordt en wanneer het weer naar huis gaat. Er worden op elke locatie verschillende activiteiten georganiseerd voor ouders. Dit kan een ouderavond of een meeloopdag zijn, maar ook een feestmoment waar ouders en andere gezinsleden bij worden uitgenodigd. Zo krijgen ouders een breder beeld van de opvang naast de breng- en haalmomenten.

4.2 Stabiliteit op de groepen
De groepen op locatie zijn naar leeftijd ingedeeld, om zo goed mogelijk te kunnen inspelen op de ontwikkelingsbehoefte van ieder kind. De leeftijdsopbouw kan per locatie variëren, maar over het algemeen is de verdeling als volgt:
• babygroepen (kinderen tot ongeveer 1,5 jaar)
• dreumesgroepen (kinderen van ongeveer 1,5- 4 jaar)
• peutergroepen en peuteropvang (kinderen van 2 tot 4 jaar)
• buitenschoolse opvang (4-12 jaar).

De leeftijd van de kinderen in de groep is mede bepalend voor de maximale groepsgrootte. Als er meer jongere kinderen aanwezig zijn in een groep, zal het maximale aantal kinderen lager liggen. Het aantal ingezette medewerkers wordt tevens bepaald door het aantal kinderen en hun leeftijd en berekend via www.1ratio.nl. Bij (spel)activiteiten, waarbij kinderen de stamgroep verlaten, wordt deze ratio op kindcentrum niveau berekend.

Wanneer een locatie minstens 10 uur aaneengesloten geopend is op een dag mag er maximaal 3 uur worden afgeweken van het kind-leidster ratio (aantal kinderen per pedagogisch medewerker).Dit geldt voor zowel de kinderdagverblijven als voor de BSO’s tijdens schoolvakanties en andere vrije dagen van school. Over het algemeen zetten we deze 3 uur in in de ochtend tussen 8.00 en 9.00 uur, omdat niet alle kinderen tegelijk gebracht worden. En 2 uur tijdens de middagpauzes welke rond 12.30-13.00 uur starten. De starttijden van pauzes kunnen echter per dag afwijken, naar gelang de situatie in de groep en de behoeften van de kinderen. Voorbeelden van dergelijke situaties zijn: een pedagogisch medewerker is nog bezig met het geven van een fles of overdracht naar een ouder.

Tijdens deze uren zal echter minimaal de helft van het aantal benodigde medewerkers worden ingezet. Aan het einde van de dag gaan medewerkers niet naar huis alvorens het kindaantal dit toelaat.

Ouders van de kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang mogen extra dagdelen voor hun kind afnemen. Ouders krijgen extra urentegoed op basis van het aantal vaste dagdelen die zij op contract afnemen. Dit tegoed kan ingezet worden als er extra opvang nodig is. Ook kunnen ouders tijdelijk behoefte hebben aan extra opvang per week. We gaan er vanuit dat het kind deze dagen in de eigen groep opgevangen kan worden. Het kan voorkomen dat voor de gewenste opvang geen plaats is in de vaste groep van het kind. Met toestemming van ouders kan het kind dan in een andere groep worden opgevangen.

Ook kan het voorkomen dat wanneer er weinig kinderen zijn groepen worden samengevoegd tot één groep waarbij in principe een vaste pedagogisch medewerker uit de eigen groep aanwezig is, om de kwaliteit en veiligheid voor het kind te waarborgen. Bij een sterke onderbezetting tijdens vakanties en speciale dagen rondom feestdagen, kunnen naast groepen ook locaties worden samengevoegd, mits ouders hierover van tevoren zijn ingelicht.

4.3 Veiligheid
Een kind leert met vallen en opstaan. Kleine ongelukken als vallen, stoten, tegen elkaar botsen of uitglijden zijn niet te vermijden, net als thuis. Deze ongelukken zijn het gevolg van de vrijheid die de kinderen krijgen om de wereld te onderzoeken en de grenzen te verkennen. Zo leren zij om te gaan met risico’s. De pedagogisch medewerkers beschermen de kinderen daarbij tegen gevaren die zij zelf nog niet zien. Risico's worden zo klein mogelijk gemaakt en wij zijn van mening dat kinderen niet tegen alles beschermd kunnen worden. De pedagogisch medewerkers zijn opgeleid om de kinderen bij hun ontdekkingstocht te begeleiden. Zij zorgen voor een uitdagende omgeving, waarbij de veiligheid van de kinderen voldoende gewaarborgd is. Binnen die omgeving krijgen kinderen de kans om zelf keuzes te maken en aan te geven wat ze wel en niet willen. Zo kunnen ze verschillende ervaringen opdoen. Ze mogen hierbij fouten maken en risico’s tegenkomen.

Dit betekent dat er veel aandacht is voor de veiligheid van kinderen. Locatiemanagers en pedagogisch coaches ondersteunen de medewerkers hierbij, zodat zij zelfstandig nieuwe situaties kunnen beoordelen op veiligheid. Op deze manier kunnen de pedagogisch medewerkers de veiligheid ook borgen in omstandigheden die niet in protocollen beschreven zijn.
Alle locaties zijn ingericht voor de kinderopvang en voldoen aan de wettelijke eisen voor veiligheid en hygiëne. Jaarlijks wordt elke locatie onaangekondigd bezocht door de GGD. De schriftelijke rapportages van de GGD-controles zijn terug te vinden via onze website. Naast de controle van de GGD worden er jaarlijks op alle locaties risico-inventarisaties uitgevoerd voor de veiligheid, hygiëne en gezondheid en ontruimingsoefeningen gehouden.

4.4 Vierogenprincipe
Naast de Verklaring omtrent Gedrag (VOG), die iedere werknemer in bezit dient te hebben en een zorgvuldig aannamebeleid, wordt ook het vierogen principe gehanteerd. Dit principe houdt in dat altijd een volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren met een beroepskracht. Een beroepskracht mag nog steeds alléén op de groep staan, zolang maar op elk moment een andere volwassene de mogelijkheid heeft om mee te kijken of te luisteren.
Alle kinderdagverblijven hebben grote ramen aan de voorgevels waar volwassenen goed naar binnen kunnen kijken. Tevens zijn de voordeuren voorzien van een code, waardoor ouders ieder moment van de dag binnen kunnen komen. De groepsruimtes zijn allemaal voorzien van glazen wanden of deuren waar collega’s en ouders het werkklimaat in de gaten kunnen houden. Alle deuren zijn voorzien van een raam. De slaapkamerdeuren zijn zoveel mogelijk voorzien van een kijkglas en er staat een babyfoon in elke slaapkamer aan, zodat collega’s kunnen meeluisteren wanneer een medewerker alleen in de slaapkamer is. Ramen en deuren worden vrij gehouden van plakplastic, gordijnen of andere voorwerpen die het zicht naar binnen verhinderen.
De grote locaties hebben meerdere groepen of zijn met meerdere werkvormen onder een dak gehuisvest. Daarnaast zijn de peuteropvanglocaties in een basisschool gehuisvest. Daar zijn het grootste gedeelte van de dag minimaal 2 pedagogisch medewerkers aanwezig en/ of andere volwassenen in het gebouw. Tijdens breng- en haaltijden lopen regelmatig ouders binnen, stagiaires worden op de randen van de dag ingezet en de locatiemanager staat in uiterste gevallen altijd borg voor het vierogenprincipe.
Van medewerkers en ouders wordt een open aanspreekcultuur verwacht. Zo wordt het vierogenprincipe en het belang van de daarbij behorende aanspreekcultuur 1 keer per kwartaal besproken in het teamoverleg. Ouders kunnen op elk moment van de dag contact opnemen met de locatiemanager als zij ongewenst gedrag signaleren op een van de locaties.

5. Onze medewerkers
We willen onze medewerkers maximaal ondersteunen zodat zij zich gezond voelen en mee kunnen doen, passend bij ieders mogelijkheden. Om mee te kunnen doen is het conform het concept van Positieve Gezondheid niet alleen belangrijk dat je fysieke gezondheid goed is.
De mate waarin je mentaal in balans bent, je talenten worden benut en je je betrokken voelt in je dagelijks functioneren en in de wereld om je heen bepalen daarnaast de mate waarin je
(meer) werkplezier ervaart en in de juiste flow komt. Wij willen het beste uit de pedagogisch
medewerkers halen, waardoor we de kinderen de best mogelijke zorg kunnen
bieden. Op deze manier kunnen we kinderen vanuit vertrouwen op laten groeien.

Elke groep heeft vaste pedagogisch medewerkers. Zij kennen de kinderen en weten wat zij nodig hebben. Ze zorgen ervoor dat elk kind zichzelf kan zijn, zich prettig voelt en zich kan ontwikkelen. Het kan uiteraard voorkomen dat een pedagogisch medewerker ziek wordt of met vakantie gaat. Dan zal er een vervangende medewerker op de groep ingezet worden. In eerste instantie wordt gekeken of een andere vaste medewerker uit dezelfde groep extra kan komen werken. Is dit niet mogelijk dan wordt gekeken of een vaste medewerker uit een andere groep van de locatie kan worden ingezet. Of een vaste medewerker van een andere werkvorm in hetzelfde kindcentrum. Lukt dit niet, dan wordt gekeken of er een invalkracht die al vaker heeft vervangen en daardoor een vertrouwd gezicht voor het kind is, wordt ingezet. Als laatste wordt de oplossing gezocht in een andere vervangende medewerker die beschikbaar is.

Al onze medewerkers zijn gekwalificeerd en beschikken over een Verklaring omtrent Gedrag. Ook zorgen we dat iedereen over de juiste kennis en vaardigheden beschikt en op de hoogte is van ontwikkelingen binnen de kinderopvang. Dit kan o.a. middels individuele of teamcoaching, training, opleiding of workshops.

De vaste medewerkers van de babygroepen zijn aanvullend opgeleid tot babyspecialist. De babyspecialist heeft het totaalpakket aan competenties om de behoeften van iedere individuele baby te kunnen onderzoeken en hier het pedagogisch handelen op af te stemmen. De babyspecialist streeft naar blije baby’s die vanuit een gevoel van veiligheid en welbevinden de uitdagingen die zij tegenkomen aan gaan en zich moeiteloos ontwikkelen. De medewerkers in de peuteropvang zijn allen VVE gecertificeerd.
Elk kind heeft een vaste mentor. Dit is een pedagogisch medewerker van de eigen groep die de ontwikkeling van het kind aandachtig volgt. Tijdens het intakegesprek vertellen we ouders wie de mentor van het kind wordt. Mocht het kind tussentijds een andere mentor krijgen (bijvoorbeeld omdat het naar de volgende groep gaat), dan worden ouders hierover tijdig geïnformeerd.
Onze pedagogisch medewerkers volgen elke dag het welbevinden van de kinderen. De pedagogisch medewerkers bespreken regelmatig met ouders hoe het met hun kind gaat. We horen ook graag hoe het thuis met het kind gaat, zodat we samen zoveel mogelijk één lijn bieden in de opvoeding. Minimaal 1x per jaar observeren ze elk kind met extra aandacht, met behulp van observatiemethoden. Na de observatie nodigt de mentor de ouders uit voor een oudergesprek en bespreekt dan hoe het kind zich ontwikkelt. Tijdens het gesprek kan tevens samen bepaald worden of het nodig is het kind extra ondersteuning, dan wel stimulans, te bieden. Andere momenten kunnen ook aanleiding zijn voor een oudergesprek en ook ouders kunnen op elk moment aangeven behoefte te hebben aan een extra gesprek.

5.1 Stagiaires en medewerkers in opleiding (BOL en BBL)
We bieden ook opleidingsplekken aan stagiaires. Zij worden begeleid door een praktijkbegeleider en worden op de locatie ondersteund door een stage buddy. De buddy is een pedagogisch medewerker welke werkzaam is op de groep waar de stagiaire stage loopt. Naarmate de stage vordert, mogen de stagiaires steeds meer werkzaamheden uitvoeren. Eerst onder begeleiding, later meer zelfstandig onder toeziend oog van een pedagogisch medewerker. Stagiaires ondersteunen bij de verzorging van de kinderen (zoals kinderen helpen bij toiletronde, verschonen, naar bed brengen, maaltijd klaarmaken) en activiteiten binnen en buiten (zoals spelletje spelen, meespelen in de bouw- of poppenhoek, voorlezen). Daarnaast voert een stagiaire stage-opdrachten uit, de aard van de opdrachten zijn afhankelijk van soort opleiding en leerjaar. De pedagogisch medewerkers blijven echter altijd eindverantwoordelijk. Stagiaires zijn altijd bovenformatief aanwezig.

Naast stagiaires werken we ook met BBL (Beroepsbegeleidende leerweg) leerlingen. Dit zijn werknemers in opleiding die een werk-leertraject volgen. Zij werken op de groep en volgen daarnaast nog onderwijs. BBL-leerlingen worden ingezet volgens de eisen zoals beschreven in de CAO Kinderopvang. De BBL-student krijgt naarmate de opleiding vordert meer verantwoordelijkheden. Deze zijn, net zoals bij de andere stagiaires, vastgelegd in het document “Bevoegdheden stagiaires”. Afhankelijk van de competenties van de student kan deze medewerker in opleiding ook formatief (als beroepskracht) ingezet worden. De praktijkbeoordelaar zal in overleg met de locatiemanager bepalen, naar gelang het functioneren van de student-medewerker, hoe de inzetbaarheid zal zijn. Ervaringen in vorige werk en een snelle ontwikkeling van de student kan meebepalen hoe snel de inzetbaarheid zal oplopen. Een BBL-student mag gedurende de opleiding niet ingezet worden op een VE-groep en mag enkel boventallig ervaring opdoen in het werken met VE.

Soms is er daarnaast ook een vrijwilliger of groepshulp op een locatie die de pedagogisch medewerkers ondersteunt met hand-en-spandiensten.

5.2 Pedagogisch coach en (VVE) beleidsmedewerker
De pedagogisch coach richt zich op het aanbrengen van de pedagogische verdieping op de groepen. Zij motiveren pedagogisch medewerkers in hun dagelijkse werkzaamheden en professionele ontwikkeling. En ondersteunt medewerkers onder andere bij het pedagogisch handelen, de keuze voor de materialen, de inrichting van de groepsruimten en activiteitenaanbod. De ondersteuning die de pedagogisch coach aan de medewerkers biedt, is afhankelijk van het aantal pedagogisch medewerkers dat in dienst is. De pedagogisch
coach werkt nauw samen met de locatiemanager, zorg coördinator en beleidsmedewerker.
De pedagogisch beleidsmedewerker moet minimaal 50 uur per LRK nummer aan
beleidstaken werken. Daarnaast moet de pedagogisch coach 10 uur per FTE per opvangorganisatie aan coaching uren inzetten.

Naast de coaching die elke medewerker ontvangt, worden er bij de VVE-locaties extra uren ingezet om de kwaliteit te verhogen. De ureninzet van de VVE beleidsmedewerker per locatie worden per 1 januari van elk kalenderjaar berekend door het aantal kinderen met een VVE-indicatie te vermenigvuldigen x 10 uur.
Bij elke VVE-locatie vindt jaarlijks een audit plaats. De tijdens de audit geconstateerde verbeterpunten zijn de speerpunten voor de VVE beleidsmedewerker betreffende de kwaliteit verhogende aspecten van die locatie. Er wordt vooral ingezet op extra coaching op het gebied van VVE zoals het versterken van vaardigheden van de pedagogisch medewerkers, het begeleiden van de speelleerroutines, introduceren van nieuwe Speelpleziermaterialen, begeleiding bij het verbeteren van de ouderbetrokkenheid en ondersteuning bij de uitvoer van de gemaakte afspraken tijdens het koppeloverleg.

6. Extra ondersteuning
Een kansrijke ontwikkeling is bepalend voor een gezonde toekomst, vooral in onze regio. De eerste 1000 dagen van een kind zijn cruciaal voor de ontwikkeling, gezondheid
en welzijn gedurende het leven van het betreffende kind. Als kinderopvang kunnen we daarbij van een onderscheidende betekenis zijn.
Als organisatie leggen we daarom nadrukkelijk de focus op het bevorderen van een kansrijke start voor alle kinderen, wij hebben daarbij een duidelijke preventieve functie. Het
gaat daarbij om een goede, gezonde en veilige basis en een opgroeiomgeving met een rijk aanbod waarin kinderen breed mogen ontdekken en ervaren.
Bij Flow kinderopvang zijn kinderen in de leeftijd van zes weken tot en met twaalf jaar. Dit brengt een grote verantwoording met zich mee, die dan ook zeer serieus wordt genomen. De opvang betekent niet alleen het kind opvangen, maar ook samen met de ouders zorgen dat het kind zich optimaal ontwikkelt. Wij hebben alle expertise in huis om ouders te ondersteunen bij het kansrijker opvoeden van hun kinderen. Pedagogisch medewerkers worden hierin ondersteund door onze zorgcoördinator. Ook ouders met een grotere hulp en/of zorgvraag zullen wij deze ondersteuning bieden vanuit onze maatschappelijke positie. Bij problemen of zorgen in deze ontwikkeling neemt Flow kinderopvang de verantwoording om samen met ouders naar een oplossing te zoeken. Soms blijkt dat een kind meer ondersteuning nodig heeft dan wij kunnen bieden en kunnen we, in overleg met de ouders, ook externe deskundigen vragen mee te kijken en denken. Hiervoor neemt de zorg coördinator contact op met onze vaste contactpersonen en handelt volgens de samenwerkingsafspraken per gemeente of Parkstad breed. Deze werkwijze is vastgelegd in ons preventief jeugdbeleid.

6.1 Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE)
Voorschoolse opvang - en daarbij vooral het werken met een VVE-programma en het aanbod van begeleid spel- en ontwikkeling stimulerende activiteiten – draagt bij aan de
ontwikkelingskansen van jonge kinderen. Daarom vinden we het belangrijk dat het VVE-programma zo vroeg mogelijk wordt aangeboden (vanaf 2 jaar) aan alle kinderen. We werken bij onze kinderdagverblijven en peuteropvanglocaties dan ook met het VVE-methode “Speelplezier”. Uitgangspunt van deze methode is dat kinderen taal, sociale- en cognitieve vaardigheden leren door samen met andere kinderen te spelen en door de aanwezigheid van een meespelende, meer wetende, sensitieve responsieve volwassene. De aanpak bestaat met name uit spel-taalroutines in de groep om vervolgens in kleine groepjes spel en taal in de zone van naaste ontwikkeling te stimuleren. Eventuele taal- en ontwikkelingsachterstanden worden tijdig gesignaleerd en door een goede begeleiding zoveel mogelijk verholpen, voordat de kinderen naar de basisschool gaan.
Kinderen vanaf 2,5 jaar tot 4 jaar krijgen 960 uur VVE. In de gemeente Kerkrade wordt dit programma 46 weken per jaar aangeboden, in de gemeente Landgraaf in 40 weken per jaar waarbij de peuteropvang tijdens de schoolvakanties gesloten is. In het pedagogisch werkplan van de locaties staat beschreven hoe dit per specifieke locatie is ingevuld.

6.2 Doorgaande leerlijn
Kinderen in de leeftijd van 0 tot 13 jaar ontwikkelen zich zeer snel. Om te zorgen dat de
ontwikkelingslijn van een kind zo min mogelijk onderbrekingen kent, vindt Flow kinderopvang het van belang om een doorgaande leerlijn te creëren. Hiervoor is een warme overdracht nodig, wanneer een kind van de ene groep overgaat naar een volgende groep. Bijvoorbeeld van de babygroep naar de peutergroep, maar ook van de peutergroep naar de basisschool. Voor de kinderen in de BSO-leeftijd geldt dat contact tussen school en BSO ook van belang is, om samen aan eventuele achterstanden of andere zorgen te werken. Ook hier vindt, zeker daar waar nodig, afstemming plaats tussen school en BSO.

6.3 Meldcode kindermishandeling
Kindermishandeling is een ernstig probleem. Kinderen die mishandeld worden hebben recht op hulp. Het liefst zo vroeg mogelijk, zodat de schade zoveel mogelijk beperkt kan blijven. De kinderopvang is bij uitstek een plaats waar een vermoeden van kindermishandeling gesignaleerd kan worden. Daarom werken wij met de 'meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling'. Deze meldcode geeft in duidelijke stappen weer wat de medewerkers moeten doen bij een vermoeden van huiselijk geweld of kinder-mishandeling. Zeker wanneer we ons zorgen maken om de veiligheid van het kind. Zo zullen wij, bij ernstige zorgen/vermoedens met betrekking tot geestelijke, lichamelijk of seksuele mishandeling advies inwinnen, en eventueel melding doen, bij Veilig Thuis. Hierna zal Veilig Thuis de zorgvraag oppakken, waarbij wij met de betrokken professionals blijft overleggen en bekijkt hoe we de kinderen kunnen helpen en indien nodig op de juiste plek te krijgen.



Centraal Bureau
Akerstraat 149
6466 HD Kerkrade
045-5426688
info@flowkinderopvang.nl
KVK: 41072191
Meer informatie
Snel naar
Zoeken
Gebruik onze handige zoekfunctie 
om snel te vinden waar je naar 
op zoek bent.
Generic selectors
Exact matches only
Search in title
Search in content
Post Type Selectors
post
page
Translate »